Deel 2: Bonte Avonden, wagenspelen en straattheater

Straattheater. V.l.n.r.: Hub Verdonschot, Aldje Hendrikx, Maria van der Kruijs, Els Vaes.

Door Ben Sonnemans

In een reeks artikelen willen wij terugblikken op het 50-jarige bestaan van onze vereniging. Met kleine feitjes voor en achter de coulissen.

Bonte Avonden

Optreden Bonte Avond in zaal de Riva.

De Krottepoffers hebben jarenlang sketches gespeeld op de Bonte Avond van de Pinmaekers. En ook de afsluiter van de avond was lang een traditie met Waat tunkt-j uch in goede handen bij de Krottepoffers. De schrijver van de sketches was in het begin Gerard Kessels, later hebben Wim Aben en Hub Verdonschot de sketches geschreven. De sketches hadden altijd een onderwerp uit de actualiteit.

Dat kon een destijds populair tv-programma zijn, bijvoorbeeld “Verre Volken”,  een kennismaking met vreemde culturen, geschoeid op een Nederweerter leest of “Sociale zaken” ten tijde van een hoge werkeloosheid.

Waat tunkt-j uch werd geschreven door Wim Aben en Hub Verdonschot en gestroomlijnd door Jan Vaes. Waat tunkt-j uch was geënt op het tv-programma Farce Majeure. Het vaste stramien werd door de Krottepoffers duidelijk overgenomen van Farce Majeure, maar wel aangepast. Farce Majeure stelde wekelijks op komische wijze maatschappelijke en politieke onderwerpen in Nederland kritisch aan de kaak. Waat tunkt-j uch deed dat jaarlijks op de Bonte Avond en dan op Nederweert gericht. Vooral de Nederweerter dorpspolitiek en dorpspolitici moesten het vaak ontgelden.

Scene uit ‘Verre Wolken’

Farce Majeure sloot elke uitzending af een lied met een vast refrein. Waat tunkt-j uch nam de melodie van het refrein over maar maakte er een vaste Nederweerter tekst op:

Ich zeen het neet mieër zitte, ich kân d’r neet mieër bi-j, zeejae het nôw nog zitte, dan kojjae mer eens hi-j.

Farce Majeure speelde elk week in een andere plaats, meestal op een plein of een markt. Zij vormden samen een soort straatorkest. Waat tunkt-j uch was de laatste act op de Bonte Avond en werd begeleid  op piano door een vaste pianist; Tjeu van Deursen. Bij Farce Majeure zong elk lid een couplet.  De Krottepoffers hadden twee sprekers: Jan Vaes en Wim Aben, (in zwarte slupjas en een ketspeng op) die om beurten in korte zinnen een onderwerp aansneden. Het waren korte gevatte teksten met altijd een grappige slotzin.

Waat tunktj uch met Jan Vaes en Wim Aben en het koor op de achtergrond.

Na drie onderwerpen werd het refrein ingezet door het koor van Krottepoffers (gekleed in zwarte broek, wit overhemd en een rode of blauwe bolhoed). En dat refrein werd  vaak uit volle borst door de zaal meegezongen. Menig Nederweerter burgemeester, raadslid of notabele zat soms met samengeknepen billen en rode oren te luisteren naar deze voordracht. Hopende dat ze niet aan bod kwamen. En soms kwam er een behoorlijke vlek op hun zorgvuldig gekoesterd blazoen. Maar ook prins carnaval werd niet gespaard, want de spreuk van elke prins werd door de Krottepoffers op een zeer komische wijze veranderd.

In de jaren ’78 en ’79 namen de Krottepoffers met vier optredens een leeuwendeel van het programma voor hun rekening. En dit tegen een vergoeding van twee consumpties per persoon, de artiesten van buiten werden wel betaald. Dit werd opgemerkt en aan de kaak gesteld. De club stelde voor de Bonte Avond in het vervolg te vullen met artiesten van eigen bodem. Het een en ander leidde tot een meningsverschil met de Pinmaekers. Uit protest werd de Bonte Avond van 1980 geboycot door de Krottepoffers. Toen zangvereniging Belcanto en de Vrieeborstels de kant van de Krottepoffers kozen, gingen de Pinmaekers overstag. Sindsdien zijn de artiesten op de Bonte Avonden van de Pinmaekers optreden van eigen bodem.

Cast van Wie un stök Vlaai uch nog lielik kan opstoette

Straattheater en wagenspelen

De Krottepoffers hebben op de braderieën van Nederweert een aantal wagenspelen opgevoerd. De term “wagenspel” stamt nog uit de Middeleeuwen; op de jaarmarkt werd er dan op een kar als podium een kort spel opgevoerd. ‘Ter lering ende vermaek‘. Dit waren bestaande korte toneelstukken. Deze vorm van toneelspelen werd verlaten  toen er in de jaren ’90 het straattheater zijn opwachting maakte in Nederweert. Geen vaste bestaande teksten meer, maar improvisaties van spelers op een thema vormden de basis van de teksten. En vooral de interactie met het publiek werd gezocht.

Opvoering van straattheater: Aldagonda

Vanuit de provincie werd dit gestimuleerd door een aanbod van acts te promoten. Deze acts konden

de gemeenten dan inhuren. De gemeente Nederweert opperde het idee om in plaats van het geld te betalen aan een act van ‘buiten’, dit bedrag te besteden aan de lokale toneelverenigingen De Meiberg, Mengelmoes en de Krottepoffers. Zij werden benaderd om een gezamenlijke voorstelling te maken die in alle kerkdorpen zou worden opgevoerd. Enthousiast werd de mogelijkheid tot samenwerking aangegrepen.

Door die financiële bijdrage van de gemeente kon er een professionele regisseuse aangetrokken worden. Door dezer eendrachtige samenwerking kwam er een aantal straattheatervoorstellingen geheel van eigen bodem tot stand. Een aantal jaren achter elkaar werd er in het voorjaar een voorstelling binnen acht weken bedacht, decor ontworpen en gebouwd, kleding verzorgd en uitgevoerd. Toen de gemeente de subsidiekraan dichtdraaide, was dit initiatief helaas snel ter ziele.

Koop hier alvast je kaarten voor onze jubileumvoorstelling De Bende van Jan de Lichte:

Comments are closed.