Deel 4: Toneelstukken met wortels in de Nederweerter culturele bodem

Scene uit de Verstooteling. V.l.n.r.: Jeannette Dielissen, Maria van der Kruijs, José op 't Root, Aldje Hendikx, Mariet Vaes, Henk van den Eikel.

Door Ben Sonnemans

In een reeks artikelen willen wij u meenemen door de historie van onze vereniging. Kleine feitjes langs de kantlijn van deze 50 jaar worden belicht.

De Krottepoffers brachten in 1978 De Ni-jwieërter Opera en Het Wonger van Caele, een soort tweeluik in toneelvorm. Dit was het eerste avondvullend programma voor volwassenen. De Krottepoffers hebben doelbewust het bestaande repertoire van Nederweerter bodem met aangepaste teksten nog een keer voor het voetlicht willen brengen. Het gaat hier over de De Ni-jwieërter Opera en Ein ongerstong vol touvering. Het toneelstuk Verstooteling was nieuw repertoire. Deze drie toneelstukken worden nu belicht.

Jos Verheijen en Ans Poell als ‘Mechelke’ en Janus.

De  Ni-jwieërter Opera

De  Ni-jwieërter Opera bestond uit teksten in het Nederweerter dialect op bekende opera en operette melodieën. Er moest dus door iedere speler gezongen worden. De oorspronkelijke teksten zijn van de hand van meester Coumans uit de jaren ’30 en zijn door de Krottepoffers hier en daar aangepast. De liederen werden muzikaal ondersteund door Henk Bijlmakers als pianist.

In deze vrolijke opera kreeg “Mechelke” geen toestemming van haar  vader om te trouwen met haar geliefde Janus. Dit leidde tot de nodige “dodelijke” steekpartijen op de bühne, waarbij de lijken zonder poespas door de boerenknecht hilarisch werden afgevoerd. Uiteindelijk trouwt Mechelke met de “booj”.

Dit was een soort gemeentelijke ordebewaker. Frappant detail is dat bijna alle leden die in dit stuk hebben gespeeld heden ten dage nog hele stukken uit deze ”opera” zo uit het hoofd kunnen zingen!

Op Baevert nao Swertbrook

In 1990 werd  Op Baevert nao Swertbrook op de planken gebracht. Dit was een verkorte bewerking van het toneelstuk Ein ongerstong vol touvering. Dit toneelstuk is geschreven door Fons Vossen in de jaren ’50. En dat was weer een bewerking van Shakespeare’s Midzomernachtsdroom.

Fons Vossen wilde met het schrijven van dit stuk aantonen dat het Nederweerter dialect een volwaardige taal was. Het toneelstuk was geschreven in oud-Nederweerts en werd door Jan Vaes en Hub Verdonschot herschreven in hedendaags Nederweerts en daarnaast flink ingekort. Dit met toestemming van Fons Vossen.

Alle medewerker van Op Baevert nao Swertbrook.

Het publiek bij de première bestond uit leden van de familie Vossen, die er meteen een reünie van maakten. Dat Fons Vossen verguld was dat zijn stuk na al die tijd nog een keer in Nederweert werd opgevoerd, blijkt uit het feit dat hij de kosten van de toegangskaarten voor de première allemaal voor zijn rekening nam.

Verstooteling

Het boek “Verstooteling” (1906) van Herman Maas was het uitgangspunt van de gelijknamige productie van de Krottepoffers. In het boek beschrijft Herman Maas het leven van ene Jan, verwekt bij een dienstmaagd door een notabele, waarna moeder en kind door de familie werden verstoten. Dit verklaart de titel, die betrekking heeft op de hoofdpersoon Jan.

Na een kort leven vol tegenslagen wordt hij uiteindelijk vermoord. In dit fictieve verhaal wordt op zeer realistische wijze de armoede onder de bevolking van de Peel-regio in die tijd beschreven. De wantoestanden en de klassenongelijkheid werden door de notabelen en de geestelijkheid niet aangepakt. Zij voeren er zelfs wel bij. Maar hun verworven positie en plaats boven op de maatschappelijke ladder was door het verschijnen van het boek in het geding. Dus die Maas moest weg. Hij werd als onderwijzer in Ospel ontslagen en bij zijn vertrek uit het dorp bekogeld met stenen, naar het schijnt.

Lien Knapen-Jetten (van de boekhandel op het pleintje) maakte Jan Vaes attent op het boek en het verhaal erachter. Dit was ergens in de jaren 70/80. Begin jaren ’90 kwam Jan in contact met Loek Sijbers. Dit was de toenmalige adviseur van het toenmalige LFA (de Limburgse bond voor amateurtoneel) en wonend in het Peeldorp Griendtsveen. Hij was al jaren op zoek naar verhalen uit de Peel om deze te bewerken tot toneelstukken. Het boek Verstooteling liet hem niet meer los. Hij vond een amateurschrijver, Louis Boonen, een Belg en oud-mijnwerker, bereid om er een toneelstuk over te schrijven.

Stichting de Krottepoffers

De nazaten van Herman Maas werden opgespoord en verleenden  de toestemming om het boek te gebruiken als basis voor een toneelstuk. In 1993 ging Louis Boonen aan de slag. Het bestuur van de Krottepoffers voorzag dat dit project de financiële en juridische draagkracht van de vereniging te boven zou gaan. Er werd daarom besloten voor de duur van dit project  het voltallig bestuur te verbinden aan de stichting De Krottepoffers. De kosten van het geheel werden geraamd op 35.000 gulden en dat hadden we niet in kas. Er werden twaalf voorstellingen gepland en sponsors gezocht. Verder werden vijf personen bereid gevonden om garant te staan voor een bedrag van 1000 gulden per persoon voor het geval we er financieel niet uit zouden komen.

Alle medewerkers aan de Verstooteling.

Via Loek Sijbers konden we de piepjonge regisseuses Veronique Schriks en Iris Stobbelaar contracteren. In het voorjaar van 1995 liet Louis Boonen weten dat hij het stuk af had.  Het bestuur moest alle zeilen bijzetten om de rolbezetting rond te krijgen. Er waren ook vijf rollen voor kinderen in dit stuk. Deze kinderen werden voor een groot deel gevonden bij de familie Op ’t Root uit Ospel. 

In het najaar 1995 lezen de dames van de regie het stuk en komen op een speelduur van het stuk van drie uur uit. Zij schrappen één uur speeltekst. Louis Boonen trok wit weg, maar de dames waren onverbiddelijk: twee uur toneel is lang genoeg om een verhaal te vertellen. En gelijk hadden ze.

Zij bedachten ook het decor dat uit één achterwand moest bestaan. In de achterwand waren op allerlei verschillende hoogtes ramen en luiken. Panelen konden uit de achterwand naar believen naar voren geschoven worden . Zo werd er snel de suggestie van een café, keuken of kamer gecreëerd. Het geheel werd gebouwd van steigerhout. De bouwplaats was in de oude gymzaal (huidige Bieb) bij de Pinnenhof. Veertien dagen voor de première werd het decor zoals gepland verplaatst naar de Pinnenhof.

Nu konden de mensen van de techniek het licht en geluid op gaan bouwen. Dit werd verzorgd door mensen van het Munttheater uit Weert, want toevallig was het theater gesloten wegens een grootscheepse verbouwing. We konden daardoor de installaties van de Munt huren. Daarvoor was krachtstroom nodig. Toen alle lampen hingen kon de stekker worden ingestoken. De stoppenkast werd opengemaakt. Maar de kast waar deze aansluiting in moest zitten bleek leeg. Wat nu! De firma Kessels was de redder in de nood! Zij hebben toen in datzelfde weekend een noodkabel voor krachtstroom van de gymzaal naar de Pinnenhof getrokken. Kosten kabel: 1500 gulden!

Uiteindelijk hebben we een schitterende serie van twaalf voorstellingen kunnen geven. Het publiek was enthousiast en de recensies waren lovend! Er zijn mensen van heinde en verre op deze voorstelling afgekomen!

Quitte

Met de opbrengst twaalf uitverkochte zalen en met de  financiële bijdragen van tal van sponsoren hebben we dit project ook financieel tot een goed einde gebracht. Er werd net quitte  gespeeld.

Koop hier alvast je kaarten voor onze jubileumvoorstelling De Bende van Jan de Lichte:

Comments are closed.